Understand spoken Dutch

"is" Practice Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
It’s twenty-five past eight.

Het is vijfentwintig over acht.

It’s worth repeating.

Het is voor herhaling vatbaar.

I’m Mary by the way and this is Tom.

Ik ben trouwens Maria, en dit is Tom.

Jiujitsu is a Japanese martial art that allows you to control or see off an attacker in a few seconds.

Jiujitsu is een Japanse zelfverdedigingskunst waarmee men in een paar seconden een aanvaller kan controleren of uitschakelen.

John is dead.

Jan is dood.

John’s hand is clean.

De hand van Jan is rein.

Keep your decency and bow to the old duck you see there: that is the most important of all; she is of Spanish descent, which is why she is so fat.

Houdt je fatsoen en maak een buiging voor de oude eend, die je daar ziet: dat is de voornaamste van alle; zij is van Spaanse afkomst, daarom is zij zo dik.

Life is interesting.

Het leven is interessant.

Life is short, you have to enjoy it!

Het leven is kort, je moet er van genieten.

London is a big city.

Londen is een grote stad.

London is an English city.

Londen is een Engelse stad.

Luckily, Tom isn’t my boss.

Gelukkig is Tom mijn baas niet.

Lunch is ready.

Lunch is klaar.

Mary is one of the prettiest women in Boston.

Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.

Mount Everest is a mountain.

De Mount Everest is een berg.

Muslim terror is the worst scourge since Hitler.

Moslimterreur is ergste gesel sinds Hitler.

My cat is happy.

Mijn kat is gelukkig.

My child is ill.

Mijn kind is ziek.

My coffee is cold.

Mijn koffie is koud.

My father is a milkman.

M’n vader is melkboer.