"is called (3rd person singular)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	she is called	ze heet
	What’s your name? (formal)	Hoe heet u?
	What’s the name of your child?	Hoe heet uw kind?
	What’s the name of your brother?	Hoe heet je broer?
	What is your friend’s name?	Hoe heet je vriend?
	My brother is called Tom.	Mijn broer heet Tom.
	What is your big brother called?	Hoe heet jouw grote broer?
	What is your sister called?	Hoe heet je zus?
	Her brother is called Peter.	Haar broer heet Peter.
	I have a brother who is called Peter.	Ik heb een broer die Peter heet.
	Our sister is called Léa.	Onze zus heet Léa.
	Her daughter is called Léa.	Haar dochter heet Léa.
	My sister is called Léa.	Mijn zusje heet Léa.
	When two (or more) words together form one new word, it is called a compound.	Als twee (of meer) woorden samen één nieuw woord vormen, heet dat een samenstelling.
	which is named Noushka	die Noushka heet
	The removal of the foreskin is called circumcision.	Het verwijderen van de voorhuid heet circumcisie.