Ik wil met de Britse ambassade spreken.
Ik wil met de Australische ambassade spreken.
Ik wil met het Amerikaanse consulaat spreken.
Ik wil een advocaat spreken.
Ik wil mijn land dienen.
Ik wil mijn boerderij verkopen.
Ik wil zeggen dat het me spijt.
Ik wil een auto huren.
Ik wil graag met een maagd trouwen.
Ik wil vrijen.
Ik wil ervan genieten.
ik wil nog eens beklemtonen
Ik wil vertrekken.
Ik wil dit woordenboek kopen.
Ik wil een kat zijn.
Ik wil mijn sleutel terug.
Ik wil een gerecht met ham.
Ik wil een gerecht met vis.
Ik wil een gerecht met rundsvlees.
Ik wil een gerecht met eieren.