Ik kom terug.
Ik zal je een demonstratie geven.
Ik zal het adres noteren.
Ik zie je bij de lunch.
Ik zal je een paar foto’s laten zien.
Ik ga een auto stelen.
Ik ga douchen.
Ik ben 25.
Ik ben vegetariër.
Ik ben bang dat ik dat niet begrijp.
Ik ben tegen corruptie.
Ik sta achter hem.
Ik laat je heus niet achter.
Ik ben genezen.
Ik ben benieuwd.
Ik ga van school af.
Ik ben klaar.
Ik bevries.
Ik kom uit Engeland.
Ik kom uit Spanje.