House 6 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the coat hook	de kapstok
	the rental price	de huurprijs
	ground floor	benedenverdieping
	the second floor	de tweede verdieping
	The coat rack is in the hallway.	De kapstok staat in de gang.
	Tom and Mary live on the same floor.	Tom en Mary wonen op dezelfde verdieping.
	the rug	het kleed
	the carpet	het tapijt
	a carpet	een tapijt
	the stone staircase	de stenen trap
	I clean the kitchen.	Ik poets de keuken.
	I want to rent a car.	Ik wil een auto huren.
	a beautiful wooden staircase	een fraaie houten trap
	property tax	onroerende voorheffing
	I clean the kitchen almost every day.	Ik poets de keuken bijna elke dag.
	The construction site had a large crane.	De bouwplaats had een grote kraan.
	Shine your shoes before going out.	Poets je schoenen vooraleer weg te gaan.
	We need to rent a room for our party.	We moeten een ruimte voor ons feest huren.
	For this property, you have to pay a property tax.	Voor dit eigendom moet u onroerende voorheffing betalen.