Health 1 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I’m injured.	Ik ben gewond.
	the hospital	het ziekenhuis
	Was anyone hurt?	Was er iemand gewond?
	Nobody was injured.	Niemand raakte gewond.
	Your daughter’s on drugs.	Je dochter gebruikt drugs.
	My brother works in a hospital.	Mijn broer werkt in een ziekenhuis.
	emergency doctor	spoedarts
	sick report	ziekmelding
	Some teachers take drugs.	Sommige leerkrachten nemen drugs.
	the patient	de patiënt
	a patient	een patiënt
	He was badly wounded.	Hij was zwaar gewond.
	It’s a matter of life and death.	Het is een kwestie van leven en dood.
	They think maybe Tom had a heart attack.	Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.