Understand spoken Dutch

"have (plural)" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Sort descending Status
Computers have significantly changed the industrial landscape.

Computers hebben het industriële landschap aanzienlijk veranderd.

The relevant Senate committees have approved the extension of the euthanasia legislation.

De bevoegde Senaatscommissies hebben de uitbreiding van de euthanasiewet goedgekeurd.

The crops need rain.

De gewassen hebben regen nodig.

distribution centres have sufficient stock

distributiecentra hebben voldoende voorraad

Fans have so far offered $ 600,000 to be able to sit down at the table with the third-richest man in the world.

Fans hebben tot nu toe al 600.000 dollar geboden om te mogen aanschuiven aan tafel bij de op twee na rijkste mens ter wereld.

Yesterday we cleaned the living room thoroughly.

Gisteren hebben wij de woonkamer grondig gepoetst.

A lot of people need help from a psychologist.

Heel veel mensen hebben hulp van een psycholoog nodig.

It’s because we’re in a hurry.

Het is omdat we haast hebben.

It seems as though we have a mole in our midst.

Het schijnt dat we een mol in ons midden hebben.

In religions, the qualifications clean and unclean refer to the kosherness of food.

In religies hebben de kwalificaties rein en onrein betrekking op de eerbaarheid van voedsel.

In Switzerland, the so-called 5 +1 signed an historic agreement with Iran over its controversial nuclear program.

In Zwitserland hebben de zogenaamde 5+1 een historisch akkoord gesloten met Iran over zijn omstreden kernprogramma.

you have (plural)

jullie hebben

Drizzle is a type of precipitation in the form of rain where the water droplets have a diameter smaller than 0.5 mm.

Motregen is een neerslagsoort in de vorm van regen waarbij de waterdruppels een kleinere diameter hebben dan 0,5 mm.

Or have the planets sometimes not revealed that to you?

Of hebben de planeten dat soms niet aan je onthuld?

Some states have more laws.

Sommige staten hebben meer wetten.

Tom and I haven’t talked in years.

Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.

Tom and Mary both have blue eyes.

Tom en Mary hebben allebei blauwe ogen.

Tom and Mary bought an old farm.

Tom en Mary hebben een oude boerderij gekocht.

What do you have there? (you plural)

Wat hebben jullie daar?

We’ve already learned a lot.

We hebben al veel geleerd.