Understand spoken Dutch

"has" Practice Dutch lesson

Recording English Dutch Status
My bridegroom cheated on me. Mijn bruidegom heeft me bedrogen.
Mary put on her jewellery. Mary heeft haar sieraden omgedaan.
The police handcuffed the suspect. De politie heeft de verdachte geboeid.
Tom never doubted you. Tom heeft nooit aan je getwijfeld.
What sparked this conflict? Wat heeft dit conflict doen oplaaien?
Fate has chosen me for this task. Het lot heeft mij voor deze taak uitgekozen.
He has a lot of self confidence. Hij heeft veel zelfvertrouwen.
The doctor made the correct diagnosis. De arts heeft de juiste diagnose gemaakt.
The region has a diverse population. Het gewest heeft een diverse bevolking.
The worn-out sweater has holes on the elbows. De versleten trui heeft gaten op de ellebogen.
Tom has published three books. Tom heeft drie boeken gepubliceerd.
Tom had never stayed in a hotel before. Tom heeft nog nooit in een hotel verbleven.
The epidemic raged for months in the city. De epidemie heeft maandenlang gewoed in de stad.
This medicine has no side effects. Dit geneesmiddel heeft geen bijwerkingen.
Tom disobeyed a direct order from a superior officer. Tom heeft een direct bevel van een meerdere genegeerd.
Tom drank all the orange juice. Tom heeft al het sinaasappelsap opgedronken.
The radio station has suspended the presenter. De radiozender heeft de presentator geschorst.
Finnish has no articles and no grammatical gender. Fins heeft geen lidwoorden en geen grammaticale geslachten.
She learned a cut-and-paste shortcut. Ze heeft een knippen-en-plakken sneltoets geleerd.
He has repented and now lives as a father in an abbey. Hij heeft zich bekeerd en woont nu als pater in een abdij.