"friends" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the friends	de vrienden
	We are friends.	Wij zijn vrienden.
	I have a lot of friends.	Ik heb veel vrienden.
	I’ve made a lot of new friends.	Ik heb veel nieuwe vrienden gemaakt.
	I made a lot of new friends this year.	Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
	I play with my friends.	Ik speel met mijn vrienden.
	Tom said that all his friends were drunk.	Tom zei dat al zijn vrienden dronken waren.
	Do you want to embarrass me in front of my friends?	Wil je me voor schut zetten waar al mijn vrienden bij zijn?
	I tell you the truth, although you might find it unpleasant, but that is a proof of my friendship	Ik zeg je de waarheid, al vind je dit ook niet prettig, en daaraan kan men zien, wie zijn ware vrienden zijn
	Yanni was always available for his friends.	Yanni was altijd beschikbaar voor zijn vrienden.
	Most of my friends are still single.	De meeste van mijn vrienden zijn nog steeds vrijgezel.
	She embarrassed me in front of my friends.	Ze zette me voor schut voor mijn vrienden.
	Such a belligerent attitude won’t win you any friends.	Met zo’n strijdlustige houding win je geen vrienden.