"excitement" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	excitement	opwinding
	the excitement	de opwinding
	after all that excitement	na al die opwinding
	She jumped about in excitement.	Ze sprong rond van opwinding.
	He felt a wave of excitement.	Hij voelde een golf van opwinding.
	Tom was jumping up and down with excitement.	Tom sprong op en neer van opwinding.
	Tom wasn’t able to hide his excitement.	Tom kon zijn opwinding niet verbergen.
	His face glowed with excitement.	Zijn gezicht glom van opwinding.
	She trembled with excitement.	Ze trilde van opwinding.