Understand spoken Dutch

Comparatives 1 Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
My humility makes me proud. Mijn nederigheid maakt me trots.
Better a small boss than a big servant. Beter een kleine baas dan een grote knecht.
I clenched my fists in frustration. Ik balde mijn vuisten van frustratie.
That was the high point of my day. Dat was het hoogtepunt van mijn dag.
I’m the champion of my province. Ik ben de kampioen van mijn provincie.
There is a knot in my shoelace. Er zit een knoop in mijn schoenveter.
I have lost my wallet. Ik heb mijn portefeuille verloren.
Can I charge my phone anywhere around here? Kan ik mijn telefoon hier ergens opladen?
My biggest distraction is social media. Mijn grootste afleiding is sociale media.
My career has led me to many countries. Mijn loopbaan heeft me naar vele landen geleid.
He hasn't yet responded to my email. Hij heeft nog niet op mijn e-mail gereageerd.
My father’s hobby is growing roses. Mijn vader heeft als hobby het kweken van rozen.
Lay eggs or purr, and if not get out of here! Leg eieren of spin, en maak je anders uit de voeten!
I am writing to express my dissatisfaction. Ik schrijf om mijn ongenoegen te uiten.
My girlfriend is on her period and is staying home. Mijn vriendin is ongesteld en blijft thuis.
My family arrives at a quarter past three. Mijn familie arriveert om kwart over drie.
My family arrives at a quarter to four. Mijn familie arriveert om kwart voor vier.
I can’t get my headphones off my head. Ik krijg mijn koptelefoon niet van mijn hoofd.
My co-worker is a wolf in sheep's clothing. Mijn medewerker is een wolf in schapenvacht.
No, Mary isn’t my stepsister, she’s my half sister. Neen, Maria is niet mijn stiefzuster, zij is mijn halfzuster.