Daar liep nu het kleine meisje op blote voeten, die rood en blauw van de kou waren.
Dat voorstel van Groen komt in de marge van de heisa rond minister van economie.
de banaan is geel
de bananen zijn geel
de bladeren in het bos werden geel en bruin
de bleke jongen
de bronzen medaille
De dag start grauw en grijs, maar in de namiddag zijn er brede opklaringen.
de dikke zwarte rook
de duffe grijze dinsdag
de groene bonen
De hond is zwart.
de kleur
de kleurtjes
de rode mantel
De volgende dag was het mooi, heerlijk weer; de zon scheen op alle groene bladeren.
de zilveren medaille
de zwarte spiegel
Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
Die peer is groen.