de kinderen
mijn kinderen
Deze kinderen zijn ook van Tom.
alleen kinderen
Vier kinderen is genoeg.
Tom maakte zich kwaad op de kinderen.
Tom heeft drie kinderen die dokter zijn.
De kinderen wilden met hem spelen
Je moet het goede voorbeeld geven voor je kinderen.
boeren kinderen
Laat dat maar liggen, en leer je andere kinderen liever zwemmen!
“Het zijn lieve kinderen die de moeder heeft,” zei de oude eend met het lapje om de poot
Enige kinderen kwamen de tuin inlopen
de kinderen liepen elkaar omver, om het eendje te pakken
Kinderen houden van ijs.
En de andere kinderen jubelden mee
Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.
Mijn kinderen houden erg van het verhaal van Sneeuwwitje.
Ouders moeten voor thuisonderwijs voor hun kinderen kunnen kiezen, in ieder land.
dwaze kinderen