Buildings 2 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the nightclub	de nachtclub
	next to the bunker	naast de bunker
	a deep bunker	een diepe bunker
	He’s well built.	Hij is goed gebouwd.
	The ball is in the bunker.	De bal ligt in de bunker.
	Who built your house?	Wie heeft je huis gebouwd?
	Yanni built a house.	Yanni heeft een huis gebouwd.
	the bomb shelter	de schuilkelder
	These cars are built in Japan.	Deze wagens zijn gebouwd in Japan.
	They built this library in 2013.	Deze bibliotheek werd gebouwd in 2013.
	the embassy	de ambassade
	an embassy	een ambassade
	the prison	de gevangenis
	the rental price	de huurprijs
	prison system	gevangeniswezen
	the new prison	de nieuwe gevangenis
	the post office	het postkantoor
	I want to talk to the British embassy.	Ik wil met de Britse ambassade spreken.
	a mine	een mijn