"Boston" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Tom is working in Boston.	Tom werkt in Boston.
	It was nice in Boston.	Het was leuk in Boston.
	I think that Tom was born in Boston.	Ik denk dat Tom in Boston is geboren.
	Mary is one of the prettiest women in Boston.	Maria is een van de mooiste vrouwen in Boston.
	Would you go to Boston if you had the chance to?	Zou je naar Boston gaan als je de kans had?
	I’ll be flying to Boston.	Ik ga naar Boston vliegen.
	Tom doesn’t know Mary is in Boston.	Tom weet niet dat Mary in Boston is.
	I lived in Boston three years ago.	Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
	She first met him in Boston.	Ze ontmoette hem voor het eerst in Boston.
	All of my brothers and sisters were born in Boston.	Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.
	My girlfriend is from Boston.	Mijn vriendin komt uit Boston.
	I moved to Boston last spring.	Ik ben afgelopen voorjaar naar Boston verhuisd.
	I’d like to go to Boston someday.	Ik zou graag ooit naar Boston gaan.
	I heard that Tom is living in Boston.	Ik heb gehoord dat Tom in Boston woont.
	Tom doesn’t know when Mary will leave Boston.	Tom weet niet wanneer Mary Boston verlaat.
	Dr. Jackson is one of the leading cardiologists in Boston.	Dr. Jackson is één van de toonaangevende cardiologen in Boston.