badkamer
de badkamer
de deur
de douche
de handdoek
de kamer
de zeep
een bad nemen
een deur op een kier
een douche nemen
een kamer
een scheermes
eenpersoonskamer
eetkamer
Ga in je kamer spelen.
het bad
het scheermes
het toilet
het toiletpapier
Hij deed de deur open.