de vis
Ik eet geen vlees en vis.
Ik wil een gerecht met vis.
de uilen
de ganzen
Wat eten uilen?
Ik ben bang voor uilen.
Uilen kunnen in het donker zien.
de kippen
de paarden
de schildpad
de goudvis
Paarden zijn dieren.
Zij hebben een schildpad.
Waarom heb je een schildpad gekocht?
het dier
de honden
Tom heeft drie honden.
Wanneer slapen uilen?
Ik hou niet van vis.