Ik wou dat we konden helpen.
Was ik maar als Canadees geboren.
Ik wou dat ik zelfverzekerder was.
Ik wou dat iedereen dit wist.
Ik blijf vier nachten.
Ik zal je eender welk boek lenen, op voorwaarde dat je het schoon houdt.
Ik zal dit moeten melden.
Ik zal het laatste woord hebben.
Ik zal naar hen toe vliegen, naar die koninklijke vogels!
Ik zal erachter komen hoe het medicijn werkt.
Ik zal mijn best doen.
Ik kom snel terug.
Ik ga met u mee.
ik zal
Ik ben in Australië afgestudeerd.
Ik ging naar Australië.
Ik weeg 65 kilo.
Ik wou niet de held uithangen.
Ik dacht niet helder na.
Ik was gewoon niet in de stemming.