Je hebt geen alibi voor de dag van de moord.
Graag gedaan.
Je bent werkloos.
Jij bent de grootste.
Jij bent ouder dan Tom.
Je bent gestoord.
Tijdens het schaken mag je geen beurt overslaan.
Je bent geen ochtendmens, heb ik begrepen.
Je bent gehuwd en hebt twee kinderen.
Je bent laat.
Je bent erbij betrokken.
Je bent een onmogelijk mens.
Je bent gul.
U bedriegt me.
Je bent een erg rijk persoon.
Je zult jezelf alleen maar voor schut zetten.
Je moet je hier permanent vestigen voor je mag stemmen.
Je zult er op tijd aankomen, zolang je tenminste de trein niet mist.
Je krijgt problemen als je ouders erachter komen.
jeugdherberg