Jij bent beroemd.
Je bent prachtig.
Je bent laat.
U mag geen geslachtsgemeenschap hebben met uw schoondochter.
U bent nu uitgeschreven van onze e-newsletter en e-mailings.
Je bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van het product, op functioneel en niet-functioneel vlak.
Je hebt gelijk.
Je hebt jezelf bedrogen.
U kocht brood.
Uiteraard kan je doen wat je maar wilt.
Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe lelijk je ook wezen mocht.
Men is nooit te voorzichtig.
Dat kan je met het blote oog zien.
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Je mag mijn auto gebruiken, als je wil.
je kan geschenken winnen
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding.
Je kan het spel op dit moment niet opslaan.
Je mag daar niets aanraken.
Je kunt me zo niet aanspreken.