een grote, knoestige wandelstok
Zijn Japans is vrijwel perfect.
Tom doet dat vrijwel niet meer.
Ze spreken vrijwel nooit Frans.
Ik kan het me niet voorstellen.
Hij heeft een gat in zijn hand.
Dit zijn tranen van blijdschap.
Ik heb nooit eerder gevoetbald.
De badkamer is niet erg schoon.
Hij hing het aan de grote klok.
Veroordelingen zijn definitief.
Eens hier, worden ze uitgebuit.
Haar woede is volkomen terecht.
het elektronisch afleverplatform
Ik heb goede leerkrachten gehad.
Hij werd geboren omstreeks 1980.
glanzend gepoetste eiken meubels
De gezanten kwamen gisteren aan.
zijn wonderlijke nieuwe vrijheid
Soldaten zijn aan gevaar gewend.