Ik verwachtte slechter.
de schutspatroon
We hadden oesters eerder.
zijn gedachtegang
Ik voelde me zelfzeker.
opzegging bevestigen
we zullen die heroveren
mijn oprechte medeleven
het gegevensmodel
An zit in de tuin een boek te lezen.
een doorslaand succes
grote, eeltige platvoeten
Stroper schiet vier mensen neer
‘Ik ga nergens heen!’ zei Harry fel.
Het is niet zo opvallend.
nederig en bescheiden
hij vergezelt me overal
Ik heb met de kassa gewerkt.
Deze kaart is verouderd.
wanneer ik het geprint had