Ze reageerde toornig.
dekens en warme kledij
de bewuste faculteit
een aantal sancties
hij tastte achter zich
Ze gaf een been aan de hond.
een wee gevoel in zijn maag
een beschuitbol
vakbekwaamheid
belastingdelicten
Hij oogde neerslachtig.
Heb je niet gezongen?
Dat zal Tom niet storen.
een afdankertje
Ze spreekt eerder snel.
een duurzame omgang
een afstraffing
een wassen standbeeld
Ik zie stoom uit de ketel.
de oude bejaarde man