Wat zei je precies tegen Tom?
«Grootmoeder!» riep de kleine uit.
De sluitingsdatum nadert.
de belangstelling
Ik voelde me echt ellendig.
overheidsinstelling
heldere communicatie
Mary heeft meer kleren dan Tom.
Yanni kocht nooit dure kleren.
Ik had niet zo boos moeten worden.
een plattegrond
Je hoeft niet meer alsof te doen.
de borstvoeding
Mijn houding is veranderd.
studeren in het buitenland
Zie, dat is een ware geschiedenis!
Yanni heeft een huis gebouwd.
Wees tegen iedereen beleefd.
Wees beleefd tegen je ouders.
Ik ben me bewust van je probleem.