Ben je timmerman?
Vergeet je ellende.
Ze passen bij elkaar.
het schilderij
Het is kwart over acht.
Ergens sloeg een klok.
Ik kan je niet volgen.
een inspanning
studentenkaart
Hij is goed gebouwd.
Ik heb je al betaald.
Heeft u dit in mijn maat?
een veilige manier
De emmer was vol water.
een ontvoering
Hij zal nadien komen.
Tom is de hitte gewend.
telefoonrekening
de regenboog
Hij is lid van de golfclub.