zijn nieuwe trui
kwart over vier
Mijn nek doet pijn.
Tom brak zijn nek.
honkbalspel
weerbericht
de kameraad
zijn hele leger
de medaille
de eigenaar
jaarrapport
te wandelen
Ik haat wiskunde.
de grootste maat
aan het zetten
een emmer water
Hij is een dwaas.
vorstenhuis
de geboorte
De uil is een vogel.