Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
Parts of speech Dutch Courses
Adverbs Courses
Adverbs 16 Course
Adverbs 16 Examples Lesson
Adverbs 16 Examples Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Recording
English
Dutch
Status
closely with
nauw samen met
All together!
Alles bij elkaar!
He gathered his books together.
Hij nam zijn boeken bij elkaar.
She suddenly had a fit.
Zij kreeg plotseling een toeval.
Those colors go well together.
Deze kleuren passen mooi bij elkaar.
You are all together, right?
Je bent toch allemaal wel bij elkaar?
I’m ordering you to leave immediately.
Ik geef je het bevel onmiddellijk te vertrekken.
Suddenly she felt tiny, worthless and miserable.
Plotseling voelde ze zich zeer klein, waardeloos en ellendig.
safety net
vangnet
See you soon.
Tot gauw.
the present
het heden
from now on
vanaf heden
network operator
netbeheerder
well, we will find out soon
nu, daar zullen we wel gauw achter komen
How the fire burned, and spread such a delightful warmth!
Wat brandde het vuur daarin, welk een heerlijke warmte gaf het van zich!