Adjectives Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	big	groot
	first (inflected form)	eerste
	poor (inflected form)	arme
	green (inflected form)	groene
	by	door
	very	erg
	fast	snel
	nice	leuk
	forty (40)	veertig
	open	open
	red (inflected form)	rode
	outside	buiten
	ugly	lelijk
	half	half
	cold	koud
	new	nieuw
	difficult	moeilijk
	better	beter
	eighty (80)	tachtig
	beautiful	mooi