Adjectives 97 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	You want a nice room on the first floor.	U wilt een mooie kamer op de eerste verdieping.
	It’s a nice room on the first floor.	Het is een mooie kamer op de eerste verdieping.
	Here is a nice room on the first floor.	Hier is een mooie kamer op de eerste verdieping.
	You have a nice room on the first floor.	Je hebt een mooie kamer op de eerste verdieping.
	We have a nice room on the first floor.	Wij hebben een mooie kamer op de eerste verdieping.
	a late harvest	een late oogst
	a strong team	een hecht team
	The elevator isn’t working.	De lift is kapot.
	I’m just going to go to town.	Ik ga even naar de stad.
	Be a good girl.	Wees een braaf meisje.