Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
Parts of speech Dutch Courses
Adjectives Courses
Adjectives 85 Course
Adjectives 85 Examples Lesson
Adjectives 85 Examples Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Recording
English
Dutch
Status
Be prepared.
Wees voorbereid.
It’s artificial.
Het is kunstmatig.
the secondary school
de middelbare school
the male friend
de mannelijke vriend
the mutual interest
het wederzijds belang
a male friend
een mannelijke vriend
the mini settlement
de minnelijke schikking
The target has moved.
Het mikpunt is verplaatst.
you like to be challenged
je wordt graag uitgedaagd
it was a wonderful light!
het was een wonderbaar lichtje!
Convictions are final.
Veroordelingen zijn definitief.
Is he going to high school?
Gaat hij naar de middelbare school?
The judge’s decision is final.
Het oordeel van de rechter is definitief.
He had prepared well in advance.
Hij had zich ruim van tevoren voorbereid.
Partly because of the bad weather, we moved the event.
Mede vanwege het slechte weer hebben we het evenement verplaatst.