Adjectives 42 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	long lasting	langdurige
	to ruin	te gronde
	tennis lesson	tennisles
	last week	vorige week
	a purple cow	een paarse koe
	a faint grin	een flauwe grijns
	I used to play tennis.	Ik speelde tennis.
	a purple wax seal	een paarse lakzegel
	a beautiful wooden staircase	een fraaie houten trap
	a long, wooden spoon	een lange, houten lepel
	He made a lame joke.	Hij maakte een flauwe grap.
	Nothing is beautiful but the truth.	Alleen de waarheid is schoon.
	Oh, it was so beautiful here, so wonderful.	O, hier was het zo schoon, zo heerlijk.
	That was a feeble attempt at humour.	Dat was een flauwe poging tot humor.
	It snowed a little last night.	Het sneeuwde een beetje vorige nacht.
	The Giants got clobbered yesterday.	De Reuzen zijn gisteren in elkaar geslagen.
	The operation of the new restaurant started last month.	De uitbating van het nieuwe restaurant begon vorige maand.