De kip had korte, lage poten, en daarom werd zij juffrouw Kortbeen genoemd
hijskraan
De stad is vuil.
We zijn niet doof.
Tom is volledig kalm.
De hand van Jan is rein.
“Nee, het is geen kalkoen,” dacht de oude eend; “kijk eens, hoe ferm hij met zijn poten slaat en hoe recht hij zich weet te houden!”