Adjectives 36 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	creative work	scheppend werk
	daily record	dagelijks verslag
	He is overconfident.	Hij is overmoedig.
	hundreds of thousands	honderdduizenden
	She is quite ill.	Ze is behoorlijk ziek.
	Tom snores pretty loudly.	Tom snurkt behoorlijk hard.
	She’s overconfident, isn’t she?	Ze is overmoedig, nietwaar?
	The clothing is tailored to fit.	De kleding is op maat afgestemd.
	She only has a fever, but bad.	Ze heeft alleen koorts, maar behoorlijk.
	The Belgian royal family is well-known.	Het Belgische vorstenhuis is bekend.
	this leading financial institution	deze toonaangevende financiële instelling