Adjectives 21 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the dark forest	het donkere bos
	Am I in love?	Ben ik verliefd?
	it’s Christmas Day	het is Kerstmis
	mobile phone	mobiele telefoon
	the dark clouds	de donkere wolken
	to be in love with	verliefd zijn op
	to fall in love	verliefd worden
	We were in love.	We waren verliefd.
	I’d be grateful.	Ik zou dankbaar zijn.
	I’m in love with you.	Ik ben verliefd op jou.
	The shops are closed.	De winkels zijn gesloten.
	the European meeting	de Europese bijeenkomst
	The vacancy is now closed.	De vacature is nu gesloten.
	What exactly did you tell Tom?	Wat zei je precies tegen Tom?
	I’m grateful for your help.	Ik ben je dankbaar voor je hulp.
	I have’t done anything wrong.	Ik heb niets verkeerd gedaan.
	That’s exactly what l need.	Dat is precies wat ik nodig heb.
	Tom is exactly the same age as Mary.	Tom is precies even oud als Mary.
	I hope that I can see you at Christmas.	Ik hoop dat ik je zie met Kerstmis.
	We didn’t do anything wrong.	We hebben niets verkeerd gedaan.