Adjectives 154 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	unauthorized access	onbevoegde toegang
	an oppressive feeling	een beklemmend gevoel
	They claim that they’re innocent.	Ze beweren onschuldig te zijn.
	forced or compulsory work	gedwongen of verplichte arbeid
	a soft, tinny whistle	een zachte, blikkerige fluittoon
	My jet needed refueling.	Mijn straaljager moest bijgetankt worden.
	The classy atmosphere in the old castle was enchanting.	De deftige sfeer in het oude kasteel was betoverend.
	The narrow road between the trees was hard to navigate.	De krappe weg tussen de bomen was moeilijk begaanbaar.
	In the Netherlands, psychological problems often did not prevent entry.	In Nederland vormden psychische problemen vaak geen beletsel voor intrede.