"ten (10)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	ten minus five equals five	tien min vijf is vijf
	ten minus four equals six	tien min vier is zes
	ten minus three equals seven	tien min drie is zeven
	every day at ten o’clock	elke dag om tien uur
	three plus seven equals ten	drie plus zeven is tien
	ten days ago	tien dagen geleden
	two times five equals ten	twee keer vijf is tien
	How much is ten and ten?	Hoeveel is tien en tien?
	ten minus ten equals zero	tien min tien is nul
	ten past one	tien over één
	It’s ten past one.	Het is tien over één.
	The bus was ten minutes late.	De bus kwam tien minuten te laat.
	The bus leaves every ten minutes.	Iedere tien minuten gaat er een bus.
	at ten to ten	om tien voor tien
	Give me ten of them.	Geef mij er tien.
	His exile lasted more than ten years.	Zijn ballingschap duurde meer dan tien jaar.
	ten percent	tien procent
	I became a member of the club ten years ago.	Ik ben tien jaar geleden lid van de club geworden.
	In the United States, there is a census every ten years.	In de Verenigde Staten vindt iedere tien jaar een volkstelling plaats.
	The fit lasted about ten minutes.	Het toeval duurde ongeveer tien minuten.