Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Dutch Learn
These shirts are identical. Deze overhemden zijn identiek.
These two laptops are identical in specifications, but differ in price. Deze twee laptops zijn eender in specificaties, maar verschillen in prijs.
They all cheered. Ze juichten allemaal.
They all watched. Ze keken allemaal.
They almost never speak French. Ze spreken vrijwel nooit Frans.
They already have one. Ze hebben er al een.
They always mock him. Ze steken altijd de draak met hem.
They are all here. Ze zijn allemaal hier.
They are always early. Ze zijn altijd te vroeg.
They are always on time. Ze zijn altijd op tijd.
They are children. Ze zijn kinderen.
they are happy to meet you. Ze zijn blij je te ontmoeten.
They are hiding. Zij verbergen zich.
They are in the living room. Ze zijn in de woonkamer.
They are not so good at their job. Ze zijn niet zo goed in hun werk.
They are planning the street’s redevelopment for next year. Ze plannen de heraanleg van de straat voor volgend jaar.
They are responsible for the operation of the farm. Ze zijn verantwoordelijk voor de uitbating van de boerderij.
They are standing in the square. Ze staan ​​op het plein.
They are still on holiday. Ze zijn nog steeds op vakantie.
They are trying to drive a wedge between you and us. Zij proberen een wig tussen u en ons te drijven.