Wat is zijn naam?
Wat zit er in deze doos?
Wat is de soep van de dag?
Wat is hun doel?
Wat zit je dwars?
Wat is je lengte?
Wat is je telefoonnummer?
tarwe
Als de dwaas zwijgt, kan men hem voor wijs houden.
Wanneer zijn de bijeenkomsten?
Wanneer zijn de vergaderingen?
Wanneer gaan we naar het strand?
Wanneer laat jij je haar knippen?
Wanneer ga je naar Wenen?
Wanneer ga je in het huwelijksbootje stappen?
Wanneer slapen uilen?
Wanneer spreken we van verzadiging?
Wanneer kom je terug naar huis?
Wanneer vertrekt de bus naar Brussel?