Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
the broom	de bezem	Learn
the brown chicken	de bruine kip	Learn
the brown paint	de bruine verf	Learn
the brown paper	het bruine papier	Learn
the brushwood	het kreupelhout	Learn
the bucket	de emmer	Learn
The bucket was full of water.	De emmer was vol water.	Learn
the building industry	de bouwsector	Learn
The building is on fire.	Het gebouw staat in brand.	Learn
the built-up area	de bebouwde kom	Learn
The bulb of the radish is usually eaten raw.	De bol van de radijs wordt meestal rauw gegeten.	Learn
The bullet hit the target.	De kogel trof het doel.	Learn
The bus leaves every ten minutes.	Iedere tien minuten gaat er een bus.	Learn
The bus stops close to the library.	De bus stopt dicht bij de bibliotheek.	Learn
The bus was ten minutes late.	De bus kwam tien minuten te laat.	Learn
the buses	de bussen	Learn
the cage	de kooi	Learn
the cages	de kooien	Learn
the cakes	de taarten	Learn
the calculator	de rekenmachine	Learn