Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
on foot te voet
On Monday my class starts at 8:00 am. Op maandag begint mijn les om 8:00 uur.
On Saturday evening he goes to his favorite pub. Op zaterdagavond gaat hij naar zijn favoriete kroeg.
on Saturday night op de zaterdagavond
on the brink of a recession op de rand van een recessie
on the progress and achievements of the project over de vooruitgang en verwezenlijkingen van het project
on the rise in opmars
on the table op tafel
On the table there was a white tablecloth; on it, stood splendid porcelain crockery, and a steaming roast goose, stuffed with apples and dried plums. Over de tafel lag een wit tafellaken uitgespreid; daarop stond prachtig porseleinen vaatwerk, en heerlijk dampte de gebraden gans, die met appelen en gedroogde pruimen opgevuld was.
on the third landing a door stood ajar op de derde overloop stond een deur op een kier
on which a church, a cart with horse waarop een kerk, een kar met paard
Once here, they are exploited. Eens hier, worden ze uitgebuit.
one day een dag
One day, we’ll know. Op een dag zullen we het weten.
one hundred and ninety-nine (199) honderdnegenennegentig
one in their sixties and two in their seventies een zestiger en twee zeventigers
One learns by doing. Al doende leert men.
one month een maand
One more, please. Nog eentje, alstublieft.
One slipper could not be found again, and the other a boy had picked and ran away with it. De eene pantoffel was niet weer te vinden, en de andere had een jongen opgeraapt en snelde er mee weg.