negenduizend
alleen kinderen
Ik kan dit alleen.
Tom was mijn vader.
Waar is zijn vader?
twintigduizend
honderdduizend
We zijn niet alleen.
zeshonderdduizend
Laat mij het ei eens zien!
Ze kwam om het zelf te doen.
Hoe gaat het met je vader?
Ik ben tegen negen uur terug.
tweeduizend eenentwintig
Yanni ging terug naar zijn kamer.
tweeduizend dertien
tweeduizend tweeëntwintig
de bus
een bus
de auto