te spelen
Wil je samen spelen?
Ga in je kamer spelen.
Tom bestelde eten.
Zullen we samen spelen?
Tom bestelde koffie.
Wat gaat er met Yanni gebeuren?
Tom bestelde sinaasappelsap.
Zie je Tom?
Zie eens! Zo!
hou niet van
om zeep helpt
Tom helpt Maria.
Ik hou meer van je dan van wie ook.
Tom helpt nooit in de keuken.
Uiteraard hou ik van chocolade.
Tom helpt zijn ouders elke dag.
Tom wil niet dat Mary hem helpt.