"you (formal)" Practice Dutch lesson

Recording	English Sort descending	Dutch	Status
	Did you see your attacker?	Hebt u uw belager gezien?
	Do you buy airline tickets online?	Koopt u vliegtickets online?
	Do you have a cleaner room?	Heeft u een schonere kamer?
	Do you have a larger room?	Heeft u een grotere kamer?
	Do you have a safe?	Heeft u een kluis?
	Do you have an appointment?	Heeft u een afspraak?
	Do you have any rooms available?	Heeft u kamers vrij?
	Do you have any snacks?	Heeft u snacks?
	Do you have anything cheaper?	Heeft u iets goedkopers?
	Do you have anything quieter?	Heeft u iets rustigers?
	Do you have difficulty urinating?	Heeft u moeite met plassen?
	Do you have lockers?	Heeft u bagagekastjes?
	Do you have this in my size?	Heeft u dit in mijn maat?
	Do you have tuna fish?	Heeft u tonijn?
	Do you know how long the trip takes?	Weet u hoe lang het rijden is?
	Do you like the city?	Bevalt de stad u?
	Do you serve alcohol?	Serveert u alcohol?
	Do you ship overseas?	Doet u leveringen naar het buitenland?
	Do you take credit cards?	Accepteert u creditcards?
	Do you wear dentures?	Draagt u een kunstgebit?