Wat gaat er met Yanni gebeuren?
Waarom heeft Yanni dat gedaan?
Yanni denkt altijd groot.
Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Yanni kocht zijn eigen huis.
Yanni kocht Skura een ring.
Yanni heeft een huis gebouwd.
Yanni kwam thuis van zijn werk.
Yanni kan stoppen wanneer hij wil.
Yanni had geen telefoon.
Yanni heeft dit niet besteld.
Yanni stierf in de armen van Skura.
Yanni heeft geen auto.
Yanni weet het niet.
Yanni vond een dood lichaam dichtbij het meer.
Yanni gaf Skura zijn telefoon.
Yanni had een platte band.
Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.
Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.
Yanni heeft meer monden te voeden nu.