Kunt u mij wekken om zeven uur ’s morgens?
Hij roerde de thee goed.
Ik aanbid u.
Ik kweek tomaten.
Ik douch bijna elke dag.
Omdat licht sneller reist dan geluid zien we de bliksem voordat we de donder horen.
De tabel toont de resultaten.
beken daarom uw zonden aan elkaar
te tillen
Tom en Mary konden niet zoveel eten als ze wouden.