Hij wil leren koken.
Ik wist niet dat je zo goed kon koken.
Al doende leert men.
De oude schuur dient als beschutting voor de dieren.
het water droop haar uit het haar en de kleren
de wind rukte ze af, zodat zij in de rondte dansten, en boven in de lucht was het snerpend koud
gaan skiën
te vegen
We gaan skiën morgen.
Yanni leeft in angst.