Mary heeft meer kleren dan Tom.
Mary heeft nog niet geantwoord op Tom zijn brief.
Misschien zag Tom Mary.
De naam van mijn oudste zoon is Tom.
Laat Tom alsjeblieft met rust.
Moet Tom niet eerst gaan?
Vertel Tom waarom.
De politie is op zoek naar Tom.
Deze zijn van Tom.
Ze denken dat Tom misschien een hartaanval had.
Dit soort muziek vindt Tom fijn om naar te luisteren.
Dit is wat ik drink wanneer ik bij Tom ben.
Deze kinderen zijn ook van Tom.
Tom speelt ook graag de fluit.
Tom en ik hebben elkaar al jaren niet gesproken.
Tom en ik lachten.
Tom en ik zijn op dezelfde dag geboren.
Tom en ik kennen elkaar al jaren.
Tom en Maria vermomden zich als eekhoorns.
Zowel Tom als Maria zijn erg gelukkig hier.