bankrekening
de keuken
De uitbating van het restaurant is een familiezaak.
de wijn
een ander restaurant
Een groot glas bier alstublieft.
een klein restaurant
een menu aub
een mes
een rode wijn
het gerecht
het glas
het menu
het mes
het restaurant
hoofdgerecht
Ik drink veel wijn.
Ik kan geen wijn meer drinken.
Ik vond dit restaurant toevallig.
Ik wil een gerecht met brood.