een mooi boek
een mooi huis
op het werk
mooi weer
Kunnen we in de zon zitten?
Kunnen we daar zitten?
hij liep
haar naam
zijn naam
ik liep
Mooi zo.
Doe het licht uit.
Dat was mijn werk.
het daglicht
de naam
de naam van
het werk
Ze zijn niet zo goed in hun werk.
Dit is mooi.
Wat is hun naam?