"in" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English Sort descending	Dutch	Status
	I fell asleep while I was watching TV.	Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
	I have fifty euros in my pocket.	Ik heb vijftig euro in mijn zak.
	I have never been to the United States.	Ik ben nooit in de Verenigde Staten geweest.
	I know three of the people in this picture.	Ik ken drie van de mensen in de foto.
	I live in America.	Ik woon in Amerika.
	I lived in Australia until last year.	Ik woonde tot vorig jaar in Australië.
	I often see Tom in the park.	Ik zie Tom vaak in het park.
	I only want to live in an apartment if it has a balcony.	Ik wil enkel in een appartement wonen als het een balkon heeft.
	I put it together.	Ik steek het in elkaar.
	I studied for three months in Australia.	Ik heb drie maanden in Australië gestudeerd.
	I think Tom is in his garden.	Ik denk dat Tom in zijn tuin is.
	I tie a knot in the rope.	Ik leg een knoop in het touw.
	I was born in Chicago.	Ik ben geboren in Chicago.
	I was surprised that the laws on home education in that country are very different compared to the laws in the United States.	Ik verbaasde me erover dat de wetten over thuisonderwijs in dat land heel verschillend zijn in vergelijking met de wetten in de Verenigde Staten.
	I wish you a lot of warmth in chilly grey days.	Ik wens je wat warmte in kil-grijze dagen.
	if only it could get the permit to lie in the reeds	als het maar de vergunning kon krijgen, om in het riet te liggen
	In a corner formed by two houses, one of which protruded a little more than the other, she squatted down.	In een hoek, die gevormd werd door twee huizen, waarvan het ene een weinig meer dan het andere vooruitsprong, zette zij zich op haar hurken neer.
	in a fit of sobs	in een toeval van gesnik
	in an instant	in een handomdraai
	In an old apron she carried a number of matchboxes, she was holding one of them in her hand.	In een oud schort droeg zij een hele voorraad lucifersdoosjes, en een daarvan. hield zij in de hand.